1,000 handtekeningen verzameld
Aan: Robbert Dijkgraaf, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Geen identificatieplicht op onze universiteiten
**english version with hyperlinks: https://www.degoedezaak.org/wp-content/uploads/2024/05/Call-to-minister-Dijkgraaf-to-protect-right-to-protest-and-academic-freedom-at-our-universities.pdf
Wij maken ons grote zorgen over de voorstellen uit het parlement om protesten op universiteiten de kop in te drukken, evenals de reeds goedgekeurde motie van de leden van der Plas en van Zanten om aan te dringen op het toepassen en handhaven van een identificatieplicht bij universiteiten en hogescholen. Een opgelegde identificatieplicht op de campus zou de functie van de universiteit als publieke instelling belemmeren, de academische vrijheid in gevaar brengen, de vrijheid van meningsuiting en het recht om te protesteren beperken en tenslotte een onveilige omgeving creëren voor studenten en medewerkers, niet in de laatste plaats voor precaire studenten en medewerkers, zoals in het geval van geracialiseerde groepen.
Deze zorgen worden nog verergerd door de algemene toon van het parlementaire debat over campusprotesten, waar openlijk wordt gesproken over het verbieden van demonstraties op universiteiten. Politici deden escalerende uitspraken met betrekking tot de protesten op het Roeterseiland, en extreemrechtse opruiers vielen onze studenten daar aan. Wij dringen de minister erop aan om de academische vrijheid, het democratische recht om te protesteren, het recht op vereniging en vergadering en de vrijheid van meningsuiting, evenals de veiligheid van het personeel en de studenten van onze universiteiten te beschermen.
Wij vragen de minister:
- Geen identificatieplicht in te voeren op onze universiteiten.
- Te weigeren beleid uit te voeren dat de rechten van medewerkers en studenten op vreedzaam protest ontneemt of hun academische vrijheid bedreigt.
- Zich te verzetten tegen de politieke retoriek die in het parlement wordt gebruikt die protesten tegen de genocide in Gaza gelijkstelt met antisemitisme. Er zijn veel joodse studenten en medewerkers die voorop lopen bij de protesten voor een staakt-het-vuren en solidariteit met de Palestijnen. Joodse studenten en medewerkers worden door dit beleid niet beschermd, maar geschaad.
- Zich te verzetten tegen eventuele disciplinaire maatregelen tegen studenten en personeel in verband met vreedzame Palestijnse solidariteitsprotesten en -toespraken.
- Zich te verzetten tegen de inzet van politie op de campus om vreedzame demonstranten te ontruimen.
Wij maken ons grote zorgen over de voorstellen uit het parlement om protesten op universiteiten de kop in te drukken, evenals de reeds goedgekeurde motie van de leden van der Plas en van Zanten om aan te dringen op het toepassen en handhaven van een identificatieplicht bij universiteiten en hogescholen. Een opgelegde identificatieplicht op de campus zou de functie van de universiteit als publieke instelling belemmeren, de academische vrijheid in gevaar brengen, de vrijheid van meningsuiting en het recht om te protesteren beperken en tenslotte een onveilige omgeving creëren voor studenten en medewerkers, niet in de laatste plaats voor precaire studenten en medewerkers, zoals in het geval van geracialiseerde groepen.
Deze zorgen worden nog verergerd door de algemene toon van het parlementaire debat over campusprotesten, waar openlijk wordt gesproken over het verbieden van demonstraties op universiteiten. Politici deden escalerende uitspraken met betrekking tot de protesten op het Roeterseiland, en extreemrechtse opruiers vielen onze studenten daar aan. Wij dringen de minister erop aan om de academische vrijheid, het democratische recht om te protesteren, het recht op vereniging en vergadering en de vrijheid van meningsuiting, evenals de veiligheid van het personeel en de studenten van onze universiteiten te beschermen.
Wij vragen de minister:
- Geen identificatieplicht in te voeren op onze universiteiten.
- Te weigeren beleid uit te voeren dat de rechten van medewerkers en studenten op vreedzaam protest ontneemt of hun academische vrijheid bedreigt.
- Zich te verzetten tegen de politieke retoriek die in het parlement wordt gebruikt die protesten tegen de genocide in Gaza gelijkstelt met antisemitisme. Er zijn veel joodse studenten en medewerkers die voorop lopen bij de protesten voor een staakt-het-vuren en solidariteit met de Palestijnen. Joodse studenten en medewerkers worden door dit beleid niet beschermd, maar geschaad.
- Zich te verzetten tegen eventuele disciplinaire maatregelen tegen studenten en personeel in verband met vreedzame Palestijnse solidariteitsprotesten en -toespraken.
- Zich te verzetten tegen de inzet van politie op de campus om vreedzame demonstranten te ontruimen.
Waarom is het belangrijk?
Een identificatieplicht zou op vier manieren schade toebrengen aan de academische gemeenschap.
Ten eerste belemmert het de functie van de universiteit als publieke instelling. Deze motie stelt voor om de toegang tot de campus te ontzeggen aan iedereen die geen student of medewerker is van die universiteit. Onze universiteiten dienen een publieke zaak. Het publiek moet welkom zijn. Universiteiten moeten een plek zijn waar kennis en ideeën worden uitgewisseld tussen leden van verschillende universiteiten, maar ook met mensen buiten de academische gemeenschap.
Ten tweede brengt de identificatieplicht de academische vrijheid in gevaar. Studenten en medewerkers moeten zich kunnen verplaatsen en kennis en ideeën kunnen uitwisselen, zonder het gevoel te hebben dat zij worden gemonitord. Door de identificatieplicht ontstaat het idee dat studenten en medewerkers in de gaten worden gehouden vanwege de uitwisseling van specifieke politieke ideeën en meningen. Dit wordt nog verergerd door de toon van het parlementaire debat, waar de mogelijkheid om discussies en protesten over Palestina te verbieden openlijk wordt besproken. De universiteit moet een plek blijven waar kennis en ideeën kunnen worden uitgewisseld, zonder politieke inmenging.
Ten derde passen de identificatieplicht en andere voorstellen niet bij een liberaal-democratische samenleving, waar de vrijheid van meningsuiting, het recht op protest en het recht op vergadering beschermd moeten worden. Het gebruik van surveillance heeft een intimiderend effect op demonstranten, en nog meer op degenen die zich in kwetsbaardere posities in de samenleving of op de universiteit bevinden. De discussie over academische vrijheid, vrijheid van meningsuiting en haatzaaiende uitlatingen worden doelbewust door elkaar gehaald in de parlementaire discussies, terwijl ze gescheiden moeten blijven. Het recht om te protesteren is niet onverenigbaar met de veroordeling van discriminerende, racistische, antisemitische, islamofobe of andere haatzaaiende uitlatingen. De bewering dat welke protesten dan ook antisemitisch waren moet zorgvuldig worden onderzocht, waarbij moet worden erkend dat het gebruik van Palestijnse vlaggen, oproepen tot BDS (boycot, desinvestering, sancties), slogans en keffiya’s op zichzelf geen haatzaaiende of antisemitische uitlatingen zijn. Laat het bekend zijn dat er op onze universiteiten geen plaats is voor antisemitisme, islamofobie of welke andere vorm van haatzaaierij dan ook.
In de vierde plaats is de identificatieplicht schadelijk voor een veilig academisch klimaat. Als academische gemeenschap waarderen wij de inzet van de minister om de sociale veiligheid op onze universiteiten te verbeteren. De legitimatieplicht schaadt echter direct de sociale veiligheid op universiteiten. Studenten en personeel mogen niet worden beschouwd als bedreigingen voor de veiligheid, mogen niet gesurveilleerd worden, en moeten worden ondersteund om moeilijke discussies met elkaar te voeren in een ruimte voor geweldloos dialoog. Beleid dat specifiek gericht is op het verbieden van pro-Palestijnse protesten is discriminerend en ondermijnt de kernwaarden van ons instituut. Elk beleid dat het recht om te protesteren voor een enkele groep mensen beperkt, beperkt de vrijheid voor iedereen. Daarmee draagt het bij aan een gevoel van onveiligheid voor iedereen.
Tot slot willen wij benadrukken dat wij deze motie zien als onderdeel van een trend waarbij politici invloed willen uitoefenen om de dialoog en het protest op onze universiteiten te beperken. Een trend waartoe ook de toenemende inzet van politie door universiteitsbesturen behoort om studenten en medewerkers (gewelddadig) van de campus te verdrijven. Wij dringen er bij de minister op aan om de academische onafhankelijkheid van politieke macht te verdedigen en studenten te verdedigen tegen politieoptreden.
Organisaties die de petitie steunen:
0.7
AOb sectorraad WO&O
CasualLeiden
CasualRadboud
CasualUtrecht (CUU)
Dutch Scholars for Palestine (DSP)
FNV
Leiden Scholars for Palestine
Scientist Rebellion Netherlands
Stop Harrasment at RU Collective
Bent u onderdeel van een collectief of actiegroep en wilt u deze oproep steunen, neem dan contact op met: [email protected]
Ten eerste belemmert het de functie van de universiteit als publieke instelling. Deze motie stelt voor om de toegang tot de campus te ontzeggen aan iedereen die geen student of medewerker is van die universiteit. Onze universiteiten dienen een publieke zaak. Het publiek moet welkom zijn. Universiteiten moeten een plek zijn waar kennis en ideeën worden uitgewisseld tussen leden van verschillende universiteiten, maar ook met mensen buiten de academische gemeenschap.
Ten tweede brengt de identificatieplicht de academische vrijheid in gevaar. Studenten en medewerkers moeten zich kunnen verplaatsen en kennis en ideeën kunnen uitwisselen, zonder het gevoel te hebben dat zij worden gemonitord. Door de identificatieplicht ontstaat het idee dat studenten en medewerkers in de gaten worden gehouden vanwege de uitwisseling van specifieke politieke ideeën en meningen. Dit wordt nog verergerd door de toon van het parlementaire debat, waar de mogelijkheid om discussies en protesten over Palestina te verbieden openlijk wordt besproken. De universiteit moet een plek blijven waar kennis en ideeën kunnen worden uitgewisseld, zonder politieke inmenging.
Ten derde passen de identificatieplicht en andere voorstellen niet bij een liberaal-democratische samenleving, waar de vrijheid van meningsuiting, het recht op protest en het recht op vergadering beschermd moeten worden. Het gebruik van surveillance heeft een intimiderend effect op demonstranten, en nog meer op degenen die zich in kwetsbaardere posities in de samenleving of op de universiteit bevinden. De discussie over academische vrijheid, vrijheid van meningsuiting en haatzaaiende uitlatingen worden doelbewust door elkaar gehaald in de parlementaire discussies, terwijl ze gescheiden moeten blijven. Het recht om te protesteren is niet onverenigbaar met de veroordeling van discriminerende, racistische, antisemitische, islamofobe of andere haatzaaiende uitlatingen. De bewering dat welke protesten dan ook antisemitisch waren moet zorgvuldig worden onderzocht, waarbij moet worden erkend dat het gebruik van Palestijnse vlaggen, oproepen tot BDS (boycot, desinvestering, sancties), slogans en keffiya’s op zichzelf geen haatzaaiende of antisemitische uitlatingen zijn. Laat het bekend zijn dat er op onze universiteiten geen plaats is voor antisemitisme, islamofobie of welke andere vorm van haatzaaierij dan ook.
In de vierde plaats is de identificatieplicht schadelijk voor een veilig academisch klimaat. Als academische gemeenschap waarderen wij de inzet van de minister om de sociale veiligheid op onze universiteiten te verbeteren. De legitimatieplicht schaadt echter direct de sociale veiligheid op universiteiten. Studenten en personeel mogen niet worden beschouwd als bedreigingen voor de veiligheid, mogen niet gesurveilleerd worden, en moeten worden ondersteund om moeilijke discussies met elkaar te voeren in een ruimte voor geweldloos dialoog. Beleid dat specifiek gericht is op het verbieden van pro-Palestijnse protesten is discriminerend en ondermijnt de kernwaarden van ons instituut. Elk beleid dat het recht om te protesteren voor een enkele groep mensen beperkt, beperkt de vrijheid voor iedereen. Daarmee draagt het bij aan een gevoel van onveiligheid voor iedereen.
Tot slot willen wij benadrukken dat wij deze motie zien als onderdeel van een trend waarbij politici invloed willen uitoefenen om de dialoog en het protest op onze universiteiten te beperken. Een trend waartoe ook de toenemende inzet van politie door universiteitsbesturen behoort om studenten en medewerkers (gewelddadig) van de campus te verdrijven. Wij dringen er bij de minister op aan om de academische onafhankelijkheid van politieke macht te verdedigen en studenten te verdedigen tegen politieoptreden.
Organisaties die de petitie steunen:
0.7
AOb sectorraad WO&O
CasualLeiden
CasualRadboud
CasualUtrecht (CUU)
Dutch Scholars for Palestine (DSP)
FNV
Leiden Scholars for Palestine
Scientist Rebellion Netherlands
Stop Harrasment at RU Collective
Bent u onderdeel van een collectief of actiegroep en wilt u deze oproep steunen, neem dan contact op met: [email protected]